Energieverslindende woningen verliezen aan waarde, energiezuinige woningen blijven stijgen
De huizenmarkt in Vlaanderen koelt af, maar de verschillen tussen energiezuinige en -verslindende woningen worden steeds groter. Huizen met een goed energielabel (A of B) blijven in prijs stijgen, terwijl energieverslindende huizen in prijs dalen.
Uit een analyse van vastgoeddataplatform Realo blijkt dat woningen met EPC-label A en B in het derde kwartaal van 2023 met ruim 4% in vraagprijs zijn toegenomen. De gemiddelde vierkantemeterprijs steeg van 2.244 euro naar 2.336 euro. Ook voor woningen met label C (+1,8%) en D (+1%) steeg de vraagprijs.
Aan de andere kant van het spectrum zagen woningen met label E hun prijs dalen, van 1.858 euro naar 1.836 euro per vierkante meter (-1,2%). De vraagprijs van de minst energie-efficiënte woningen met label F zakte nog sterker, van gemiddeld 1.738 euro naar 1.702 euro per vierkante meter (-2,1%).
De trend is volgens insiders op de vastgoedmarkt een gevolg van de renovatieverplichting die sinds begin dit jaar geldt in Vlaanderen. Wie sindsdien een woning met energielabel E of F koopt, is verplicht die binnen de vijf jaar te renoveren tot minstens energielabel D. Een ingreep die volgens specialisten snel enkele tienduizenden euro’s kost.
Het zorgt ervoor dat potentiële kopers voor woningen met een goed EPC-label doorgaans hoger dan de vraagprijs moeten bieden. Daartegenover hebben geïnteresseerden in een huis met een slecht EPC-label meer onderhandelingsmacht.
“De verschillen ten gevolge van energiezuinigheid worden extremer”, zegt Johan Krijgsman, CEO van ERA, de grootste Belgische makelaar. Hij spreekt van een ‘correctie’ op de vastgoedmarkt.
“Er is een heldere prijsdaling voor te renoveren, niet-energiezuinige panden. Voor dat soort woningen kan de koper stevig over de prijs onderhandelen. Voor energiezuinige, instapklare, leuk ingerichte huizen hebben verkopers het voor het zeggen.”
De tweedeling tussen energie-efficiënte en -verslindende woningen geldt bovendien niet alleen in de markt van bestaande huizen, maar ook in de markt van nieuwbouw. Want terwijl de vastgoedmarkt voor bestaande woningen grotendeels is stilgevallen, blijft de vraag naar — en de prijs van — nieuwbouwappartementen en -woningen wel toenemen.
“Dat zijn in principe allemaal energie-efficiënte woningen. Waardoor ook daar het aantrekkingseffect speelt”, klinkt het.
Conclusie
De huizenmarkt in Vlaanderen is aan het afkoelen, maar de verschillen tussen energiezuinige en -verslindende woningen worden steeds groter. Huizen met een goed energielabel blijven in prijs stijgen, terwijl energieverslindende huizen in prijs dalen.
Deze trend is een gevolg van de renovatieverplichting die sinds begin dit jaar geldt in Vlaanderen. Kopers van energieverslindende woningen zullen in de toekomst verplicht zijn om deze te renoveren, wat een kostbare ingreep is. Dit zorgt ervoor dat kopers van energiezuinige woningen een grotere bereidheid hebben om meer te betalen.
De tweedeling tussen energie-efficiënte en -verslindende woningen geldt bovendien niet alleen in de markt van bestaande huizen, maar ook in de markt van nieuwbouw.
